Waarom is het leren van Frans, Duits en Engels lastig voor beelddenkers en hoogbegaafden?

Gepubliceerd op 21 september 2025 om 14:01

In het onderwijs wordt het leren van een vreemde taal vaak vanuit de basis opgebouwd. De basiselementen zijn:

  • werkwoordspelling
  • grammatica
  • tellen en klokkijken
  • woorden leren

De basiselementen zijn nodig om een taal te kunnen lezen, schrijven, luisteren en uiteindelijk spreken:

Deze manier van aanleren sluit niet aan bij de manier waarop beelddenkende en hoogbegaafde kinderen leren. Zij leren vanuit het geheel (TopDown) en hebben de samenhang tussen dingen nodig om te begrijpen hoe dat wat ze leren bijdraagt aan het grotere geheel. Al die losse stukjes zijn voor hen puzzelstukjes van een puzzel waar ze het voorbeeld niet van hebben.

Waarom haalt mijn kind de ene keer een onvoldoende en daarna weer een voldoende voor Engels, Duits en Frans?

De cijfers, die je kind haalt voor een vreemde taal wisselen vaak heel erg. Ouders vragen mij heel vaak hoe dat kan. Dat komt omdat de SO’s en toetsen over verschillende onderdelen gaan:

  • SO’s gaan vooral over de vertaling van woorden
  • Toetsen gaan vooral over het toepassen van de grammatica
  • Daarnaast krijgt je kind ook lees-, kijk- of luistertoetsen. Deze leveren vaak een hoger cijfer op dan de andere toetsen en halen het gemiddelde weer omhoog.
  • Soms zijn er ook nog opdrachtjes, die je kind moet maken. Ook hier wordt vaak een hoger cijfer voor gehaald, waardoor het gemiddelde cijfer weer wat omhoog gaat.

Door de afwisseling van de toetsen kan je kind dus gemiddeld een 5 of een voldoende halen, maar de basiselementen van dat jaar niet beheersen. Daar lopen ze in een hoger jaar pas tegen aan. Kijk dus goed welke onderdelen van de taal je kind gemakkelijk vindt en welke niet. Bij de lastige basiselementen kun jij als ouder prima helpen. De komende weken leg ik je uit wat er lastig is aan het leren van de vier basiselementen om een taal te leren en wat jij kunt doen om te helpen. Vandaag: woordjes leren

Wat is er moeilijk aan het leren van woordjes in het Engels, Duits en Frans?

Woorden leren is een kunst. Sommige kinderen kunnen dit prima en ook erg snel, maar voor anderen is het een grote bron van frustratie. Om woorden te leren moet je namelijk twee of drie dingen tegelijk leren:

  • wat de vertaling van het woord is
  • hoe je het schrijft
  • en voor zelfstandige naamwoorden in het Frans en Duits moet je ook nog weten wat het lidwoord (de of het) is dat bij het woord hoort (le of la voor het frans en der, die of das voor het Duits)

Veel scholen laten kinderen woorden leren in een app zoals Wozzol, Quizlet of StudyGo. In deze  apps krijgt je kind het woord te zien en moet hij de vertaling typen. Daarbij moet hij alle drie de hierboven genoemde dingen tegelijk goed doen om het woord goed te hebben. De app houdt bij welke woorden je kind al kent en welke niet. De laatste worden vaker herhaald om er voor te zorgen dat je kind deze alsnog leert. Je kind heeft geen idee hoeveel woorden hij al wel kent en heeft het idee dat hij het nooit gaat leren. Dat levert voor veel kinderen frustratie op.

Dat maakt dat veel beelddenkers de woorden in hun boek gaan leren. Ze leggen de hand op de vertalingen en gaan leren. Dat lijkt beter te gaan, maar daarbij gaat het volgende mis:

  • ze vergeten om de woorden ook te schrijven, zodat ze leren hoe het woord geschreven moet worden
  • ze vergeten het lidwoord (de of het) van het zelfstandige naamwoord te leren omdat ze denken dat dat niet belangrijk is.
  • beelddenkers weten de volgorde van de woorden in het boek heel snel. Dat maakt dat ze ze in de volgorde van het boek wel weten, maar als ze door elkaar worden gevraagd weten ze vaak niet veel meer.

Wat kun jij doen om je beelddenker te helpen bij het leren van woordjes voor Frans, Duits of Engels?

  • Leer je kind om op tijd te beginnen met het leren van woordjes als hij dit lastig vindt. Elke dag vijf minuten is effectiever dan een half uur per week leren.
  • Overhoor je kind als hij woordjes heeft geleerd. Dat geeft vaak een goed beeld of hij ze kent of niet.
  • Als leren in de app of uit het boek niet werkt, kun je je kind kaartjes laten maken van alle woorden die hij moet leren. Dat is even werk, maar als hij dat bij elke nieuwe paragraaf even doet, valt dat wel mee. Sommige woorden moeten van het Nederlands naar de vreemde taal geleerd worden en andere van de vreemde taal naar het Nederlands. Laat je kind eventueel verschillende kleuren kaartjes gebruiken om dit uit elkaar te houden of laat het hem erop zetten hoe ze geleerd moeten worden. In de app Wozzol kun je de woordjes ook downloaden en met wat handigheid kun je er dan vrij snel kaartjes van maken als je je kind wilt helpen.
  • Ik laat kinderen met de kaartjes in 6 stappen leren:
    • 2x de vertaling van het woord
    • 2x het geslacht van het woord (le of la in het Frans en der, die of das in het Duits)
    • 2x schrijven
  • Voor de 6 stappen gebruik ik een theedoos met 6 vakken. Je begint met een beperkt aantal woorden in het eerste vak van de theedoos (bijvoorbeeld de woorden van 1 paragraaf) Als je in de eerste stap de vertaling weet, mag dit kaartje naar het tweede vak van de theedoos. Zo niet, dan blijft hij in het eerste vak. De volgende keer begin je in vak twee. Als je de vertaling nog steeds weet mag dit kaartje naar vak 3. Zo niet dan blijft hij in vak 2. Daarna doe je de kaartjes in vak 1. Weet je de vertaling, dan mag het kaartje door, zo niet dan blijft het kaartje in vak 1. Vervolgens voeg je wat nieuwe kaartjes toe aan vak 1. In vak 3 en 4 leert je kind het lidwoord (de vertaling van ‘de’ of ‘het’) en in vak 5 en 6 gaat hij de woorden schrijven. Op deze manier kan je kind stapsgewijs de woorden leren en kan hij zien hoe ver hij er mee is: woorden die uit vak 6 zijn gekomen kent hij helemaal, woorden die nog in vak 1 zitten moet hij nog een aantal keer leren.
  • Er zijn altijd een aantal woorden, waar de vertaling erg lastig van is. Probeer voor deze woorden samen met je kind een associatie te bedenken: hoe gekker hoe liever! Met een associatie kan je kind het veel gemakkelijker onthouden. Als je kind goed kan tekenen, kan hij de associatie tekenen op de voorkant van het kaartje.
  • Leer de woorden eventueel samen met je kind op een vast moment van de dag, bijvoorbeeld vlak voor of na het avondeten.
  • Als je kind voor meerdere talen tegelijk woorden moet leren (en dat gebeurt heel vaak!) probeer het leren dan van elkaar te scheiden: de ene dag de ene taal, de volgende dag de andere. Of ’s ochtends de ene en ’s avonds de andere.

Het duurt best even voordat je beelddenker weet hoe hij de woordjes het beste kan leren. Hij kan jouw hulp daarbij echt gebruiken. In mijn volgende blog ga ik je uitleggen hoe je je beelddenker kunt helpen bij het leren van de werkwoorden van de talen.

Ik wens je veel succes!

Bienke

Andere blogs in de serie "Help mijn beelddenker gaat naar het VO!"

Wil je geen Blog missen?

Ik schrijf elke week een blog met informatie over de eerste weken op het VO voor beelddenkers, met daarin tips voor jou om je kind te helpen. Wil je er geen missen? Schrijf je dan in en ontvang ze automatisch in je mailbox.